Gebruik persoonlijke gezondheidsomgeving blijft beperkt

Naar schatting 200 duizend Nederlanders hebben tot nu toe gebruikgemaakt van een persoonlijke gezondheidsomgeving (pgo). VWS-minister Ernst Kuipers hoopt dat aantal in 2025 te hebben opgevoerd naar één tot twee miljoen gebruikers.

De overheid probeert al jaren het pgo-gebruik van de grond te krijgen. Via zo’n pgo kunnen mensen zelf hun gezondheidsgegevens, afkomstig van verschillende zorgaanbieders, ophalen en bewaren, maar ook zelf gezondheidsinformatie toevoegen. Maar het loopt nog niet echt vaart, blijkt uit cijfers.

Over- of onderschatting

In 2022 maakten zo’n 90 duizend mensen in ieder geval eenmalig gebruik van zo’n pgo en in de eerste maanden van dit jaar zo’n 105 duizend, schrijft Kuipers aan de Tweede Kamer. Hij baseert zich hiervoor op informatie van MedMij, het platform dat regels stelt voor interoperabiliteit tussen de pgo-systemen en de ict van zorgaanbieders. Pgo-leveranciers houden volgens de minister de aantallen gebruikers voor zich. De via MedMij verkregen aantallen kunnen zowel een over- als een onderschatting zijn, denkt Kuipers. Er kunnen dubbeltellingen zijn van mensen die verschillende pgo’s hebben uitgeprobeerd, maar ook kunnen gebruikers zijn gemist die het pgo niet gebruiken om gegevens op te halen bij zorgverleners. Kuipers wil kijken of hij het gebruik kan stimuleren, bijvoorbeeld door via wetgeving het ontsluiten van gegevens minder vrijblijvend te maken.